"De mens lijdt het meest
door het lijden dat hij vreest"
Het is een algemeen gezegde wat iedereen wel kent. Angst is hierin een fantasie over iets dat kán gebeuren. Zo is het vaak ook. Angst is in de meeste gevallen een ongegrond gevoel wat gevoed wordt door het niet weten waar men aan toe is, gebrek aan inzicht en overzicht (control), onzekerheid en het idee om te falen. Waarom ben je bang? Waar komt deze angst vandaan? Is de angst terecht?
Is de werkelijkheid echt wel zo eng als
het beeld dat je angst je laat zien?
Ben je bang om kwetsbaar te zijn en te huilen waar anderen bij zijn? In je angst/fantasie lacht iedereen je uit, terwijl het een troostende en bevrijdende ervaring kan zijn.
Ben je bang om sterk over te komen en dominant te zijn? In je angst/fantasie zie je een beeld van jezelf waarin je net zo heerszuchtig bent als je vader of moeder, terwijl, als je durft, je misschien een goede leider zou zijn.
Ben je bang dat je veroordeeld wordt om iets wat je doet of hebt gedaan en in jouw ogen verkeerd is? In je angst/fantasie laat iedereen je meteen vallen als ze het zouden weten, terwijl er misschien meer begrip en ondersteuning kan zijn dan je zelf had gedacht.
Minderwaardigheid
Het gevoel minder te zijn dan iemand anders begint met het beeld dat iemand heeft van zichzelf. De gedachte is de basis voor alles. De gedachte minder te zijn zorgt er voor dat men zich hier ook naar gaat gedragen. De omgeving gaat je dan, door dit gedrag, zo zien en zal er ook zo op reageren. De reactie die men krijgt van de omgeving zorgt weer voor een bevestiging dat men minderwaardig is en al gauw komt dan de gedachte: zie je nou wel.... Uiteindelijk wordt het minderwaardige gevoel dus zelf gecreëerd. Iemand is minderwaardig omdat hij zichzelf zo opstelt. Mensen die dit beeld van zichzelf hebben trekken het vaak door naar allerlei andere dingen zoals bijv. hun spullen, de auto of de partner. Ze zien zichzelf zo en denken dan dat alles in hun leven ook minderwaardig is. Of ze lijden onder materieel gebrek en denken dat ze daardoor minder zijn. Ik heb niks, dus ik ben niks. Beide principes zijn gebaseerd op een vertekend beeld van de realiteit.
Men kiest er zelf voor om zich minderwaardig op te stellen. Maar dit houdt niet meteen in dat alles van jezelf ook echt minderwaardig is. Het minderwaardige gevoel ontstaat door onzekerheid en te kort aan aandacht, te weinig bevestiging dat men goed doet of goed genoeg is. Aandacht geeft iemand het gevoel dat hij er toe doet en belangrijk is. Complimenten, waardering en erkenning zijn bevestigingen dat iets goed is. Als dit ontbreekt kan het gevoel ontstaan dat men niet belangrijk is en dus als minderwaardig wordt beschouwd.
Vaak wordt vergeten waarom er te weinig aandacht of bevestiging is of is geweest. Degene die dit zouden moeten geven (bijv. ouders of partner) kunnen erg kritisch zijn waardoor niets of niemand goed genoeg is. Ze vinden zichzelf misschien wel heel erg belangrijk en willen zelf graag aandacht krijgen i.p.v. te geven (jaloersheid). Misschien is de ander erg dominant en wil graag dat men zich onderwerpt. Of men heeft voorkeur voor anderen en kan geen aansluiting vinden om aandacht te geven. Welke reden er ook voor is, geen enkele reden wil zeggen dat iemand ook minderwaardig is. Dit is alleen zo wanneer iemand zichzelf ook zo opstelt.
Als je jezelf lager plaatst dan iemand anders moet je automatisch tegen de ander opkijken. De ander zal dan altijd op je neer kijken. Plaats je jezelf op gelijk niveau zal de ander ook gelijkwaardigheid teruggeven (respect). Plaatst men zichzelf hoger dan de ander dan zal de ander tegen je opkijken of van je afkeren.
Controle
kun je op meerdere manieren uitleggen. Het kan het bijv. toezicht zijn op de juiste werking ergens van, voorschriften die wel of niet worden nageleefd of het aanwezig zijn van een fout.
Controle is ook het beheersen van iets (alles onder controle) wat op zich niet verkeerd is. Het wordt anders wanneer de controle ergens van uit de hand gaat lopen en je de behoefte hebt om met alles in je leven “in control” te zijn. Dit kan voor dwangmatige handelingen zorgen die veel onnodige tijd kosten en zelfs vervelend naar anderen toe overkomen. Teveel controle geeft innerlijke spanningen die weer voor allerlei andere dwangmatige handelingen of lichamelijke klachten zorgen.
Een te sterke controle kan zich bijv. uiten in het dwangmatig schoonmaken, steeds opnieuw alles nakijken, dingen perse zelf willen doen en niet aan een ander over kunnen laten, het steeds controleren van anderen of alles in vakjes stoppen.
Dit soort controle komt voort uit de gedachte dat je op deze manier, jezelf, je leven en de invloeden van buitenaf onder controle hebt, terwijl dit helemaal niet mogelijk is. Het leven is niet strak in te delen, het is een stroming die alle kanten op gaat. Je kunt het niet zo indelen zoals je dat zelf graag wilt. Het enige wat je kunt doen is alles loslaten en flexibel zijn. Zo sta je open voor alles wat het leven je biedt. Daar waar het leven te star wordt vastgehouden, zal het zich op één of andere manier losbreken. Dit kan door omstandigheden die ineens veranderen of de gezondheid die op gaat spelen. Hierdoor wordt je vanzelf gedwongen om bepaalde zaken los te laten